Stoofvlees

Een lekkere stoofpot begint met de keuze voor het juiste vlees. De diersoort, het soort vlees, het vetgehalte en de toevoegingen hebben een belangrijke rol in de smaak. Voor een lekkere stoofpot kun je het beste vlees gebruiken dat veel in beweging is geweest. Over het algemeen gaat het om vlees in het voorste deel van het beest. Door het vele grazen is het voorste deel van het beest het meest in beweging. Denk aan producten zoals de wang, de nek of hals, de sukade of longhaas. Deze vleesdelen uit het voorste deel hebben meer structuur opgebouwd dankzij de bewegingsvrijheid. Deze vleesdelen zorgen na een langzame bereiding voor een intensere smaak.

Stoofvlees

Hou bij de bereiding van stoofvlees altijd rekening met de grootte van het stuk vlees. Hoe groter het stuk vlees, hoe groter de vleesdraden van het stoofvlees. Kies bij de bereiding ook voor een schaal waar je het vlees in legt, zodat je het vocht uit het vlees kan gebruiken bij het plukken van het vlees. Het plukken wordt tegenwoordig ook wel pullen genoemd, vandaar ook de term ”pulled porc”. Het vocht uit het vlees geeft extra smaak aan het stoofvlees en creëert de plakkerige sticky massa waar je naar op zoek bent.

In het seizoen

Met de juiste ingrediënten en accessoires maak je van een stoofpot een echte margemaker. Durf eens te stoven met minder bekende vleesdelen zoals longhaas of wang en maak gebruik van groenten, kruiden en specerijen die passen bij de smaak van het seizoen. Zo serveer je een rijk gevulde stoofpot met bokbier in de winter en een frisse stoofpot salade met kriekenbier in de zomer. Presenteer de stoofpot ook op een leuke manier aan je gast. Zo kun je een stoofpot serveren in een uitgehold ambachtelijk brood of uitgestort op een bakpapier als loaded fries.

< Terug